secretaris@ecscn.nl

Distichiasis

Op een normale ooglidrand staan er geen haren bij de hond. Honden hebben geen wimpers zoals de mens, ook niet op de bovenste rand van het ooglid. De haartjes die daar, op die bovenste ooglidrand te zien zijn, vervullen wel de functie van een wimper, maar ze staan één milimeter van de eigenlijke rand van het ooglid af. In het geval van Distichiasis groeien er enkele haren of staan er een of meer rijen haren op de rand van het ooglid. Hierdoor wordt het hoornvlies chronisch geirriteerd. De mate waarin hangt af van de stand van de haartjes; hoe meer ze op de oogbol gericht zijn, hoe ernstiger het is.
   Normooglidrandtek_WEB  Distichtek_WEB
Normale ooglidrand (haren links op tekening behoren tot de vacht) Ooglidrand met distichiasis (oranje gemarkeerd)

Er zijn 2 verschillende soorten haren die kunnen voorkomen. Allereerst zachte haren, deze liggen meestal in de traanfilm en veroorzaken geen letsels. Harde haren daarentegen geven verhoogde traanvloei, zelfs beschadiging van het hoornvlies is mogelijk. Ook kunnen aangetaste honden beginnen te knijpen met de oogleden met uiteindelijk spastisch entropion tot gevolg.

Om deze haren op te sporen wordt aangeraden om een vergroting te gebruiken (vb. loep, vergrootglas of spleetlamp). Vaak zit er wat slijm rond het haar en ziet men het haar pas goed na verwijderen van het propje slijm. Uitzonderlijk kan het gebeuren dat er bij een oogonderzoek wel distichiën worden gezien en bij een volgende controle geen meer. Mogelijke verklaring hiervoor is het feit dat het haar juist uitgevallen is op het moment van controle en dat er nog geen nieuw haar zichtbaar is.

Tekening:distichiasistekening
Distichiasis (D) of extra haren op de ooglidrand. Meestal groeien zij vanuit de openingen van de kliertjes in de ooglidrand. Zij veroorzaken een chronische irritatie van het hoornvlies (H) De ernst van de irritatie is afhankelijk van de stand van de haren; hoe meer naar de oogbol gericht hoe ernstiger.

Behandeling:
De meest simpele therapie bestaat uit het regelmatig epileren van deze haren. Een bijkomend voordeel is, dat op deze wijze tevens eenvoudig kan worden vastgesteld of deze haartjes inderdaad de veroorzakers van de irritatie zijn geweest.
Definitief verwijderen kan ook door de haarzakjes onder algehele narcose weg te branden; een nauwkeurig werkje omdat beschadiging van de rand van het ooglid en littekenvorming moet worden voorkomen. De vooruitzichten hierbij zijn gunstig. Wel komt het voor dat tijdens de eerste behandeling niet alle haarzakjes zijn weggebrand, bijvoorbeeld omdat er nog geen haartje uitgroeide. De prognose is gunstig. Wel kunnen haarzakjes of nog onzichtbaar zijn bij de eerste behandeling of worden overgeslagen.

Ectopische cilieën zijn haartjes die vanuit haarzakjes onder het bindvlies richting de oogbol/hoornvlies groeien. Ook kunnen deze haartjes het hoornvlies beschadigen en daardoor kan de hond blind worden. De cilieën bevinden zich meestal in het midden van het bovenooglid (dit noemt men 12 o’clock positie). Ectopische Cilie is net weer iets anders dan distichiasis en moeilijker te diagnosticeren en te behandelen. Deze haartjes zitten dieper en zijn met het blote oog niet te zien.

Oorzaak?
Distichiasis wordt beschouwd als een erfelijke afwijking. De wijze van overerving is nog niet geheel opgehelderd, maar is waarschijnlijk polygeen (meerdere genen verantwoordelijk).